Uitgelicht bericht

Welkom!

Ik ben Michelle en woon met mijn man en twee dochters op de Veluwe. Avontuurlijke reizen vind ik fantastisch en ik heb samen met mijn gezin al heel wat van de wereld gezien. Ik schrijf eerlijk en ongenuanceerd over mijn tekortkomingen, uitdagingen én successen binnen het reizen en het ouderschap. Dit alles overgoten met een sausje van humor en een dikke vette knipoog.

Een aantal blogs zijn ook gepubliceerd op de verschillende platforms van De Club van Relaxte Moeders.

Michelle

Nog een jaar

Bij elk liedje krijg ik meer spijt dat ik vanochtend niet voor waterproof mascara heb gekozen. Het voelt als een achtbaan en ik hoop niet dat Amber en haar vriendinnen me zo zien. Ik kijk even naar een paar rijen verderop maar zie dat ze alleen oog hebben voor het podium.
‘Volgend jaar niet vergeten zakdoekjes mee te nemen,’ zegt de hulpmoeder naast me, die de emotie ook voelt. Lees verder

Juffencadeau

‘Oja, dat moet ook nog,’ zeg ik tegen niemand in het bijzonder als ik de advertentie zie van een pastelkleurige webshop die linnen tasjes verkoopt met daarop allerlei ‘lieve juf’- teksten gedrukt. Als ik op de link klik, zie ik dat de webshop ook mokken en een verscheidenheid aan thee verkoopt in het juffen-genre. Lees verder

Lief fietsje

‘Ga je er een blog over schrijven?’ vraagt Amber als we het gehavende roze fietsje van Nova in de garage zetten. Ik zie kapotte spaken, een losse bagagedrager en dat wat er over is van haar Bollo de Beer-bel.
‘Euh, dat weet ik nog niet hoor,’ zeg ik terwijl ik met pijn in mijn buik naar dit slachtoffer van vandalisme kijk.

We hebben Nova’s fiets terug nadat hij dagenlang zoek was. Marcel en ik waren zo stom geweest hem te vergeten op het schoolplein. Omdat Nova er nog niet elke dag mee naar school gaat, zat die fiets nog niet in ons systeem. Dus toen ze na school onverwacht met een vriendinnetje mee naar huis ging, waren we hem totaal vergeten.

‘Waar is Nova’s fiets eigenlijk?’ vroeg Mars pas een paar dagen later. Na wat recherchewerk wisten we dat we hem voor het laatst op het schoolplein hadden gezien. Waar hij, tot mijn grote schrik, na fysieke inspectie niet meer stond. Dat lieve fietsje met de roze lichtjes, gele vlaggetje en kleine mandje voorop. Zorgvuldig geparkeerd door ons ukkie. Ik voelde me de grootste idioot op aarde.
Wat volgde was een intense zoektocht rond de school en door de wijk, zocht ik naar aanknopingspunten door vragen te stellen aan de schooldirecteur en plaatste zélfs een bericht op de lokale Facebook-pagina voor vermiste en gevonden voorwerpen.

Ik nam me vooral plechtig voor om voortaan beter op onze spullen te letten. In tegenstelling tot mijn man, want die zag het hele debacle weer eens van de zonnige kant.
‘Nu moét ze wel op die andere fiets gaan fietsen,’ doelend op de fiets een maatje groter die al een tijd in de garage op haar stond te wachten. Maar die ze weigerde omdat ze op haar roze -en eerlijk gezegd íets te kleine- fietsje zo lekker makkelijk kon opstappen.

En toen belde plotseling school met de mededeling dat Nova’s fiets was gevonden. Jongens uit groep acht hadden hem tijdens het overblijven in de dichtbegroeide bosjes zien liggen en waren erop gaan rijden, waarna Amber hem meteen herkende als de fiets van haar zusje. Geflankeerd door haar juf en vriendinnen, bracht ze de buit vervolgens plechtig naar het lokaal van haar zusje. Een heel spektakel op onze doorgaans rustige school.
‘Zonde van alle beschadigingen, maar zoiets zal ons nu nooit meer gebeuren’ zeg ik die avond tegen Marcel.

‘Ik heb trouwens net Nova’s fiets gehaald,’ zegt Mars een paar dagen later droog.
‘Wat bedoel je?’ vraag ik.
‘Ja, die stond dus nog op het schoolplein,’ zegt hij. Over de iets grotere fiets waar ze nu wel op moét fietsen nu die andere fiets onbruikbaar is geworden.

Dus ja, ik heb er toch maar een blog over geschreven, want misschien leert iemand anders er dan wél van.

‘Geef maar’

‘Geef maar,’ zegt mijn nichtje met uitgestoken hand, waarna mijn oom haar zijn telefoon overhandigt. Hij was een mail kwijt die hij een seconde daarvoor nog had gezien. Aan de hele uitwisseling tussen dochter en vader zie ik dat dit vaker gebeurt. Ik moet erom grinniken, want ik zie veel gelijkenis tussen haar vader en de mijne, die dan ook broers zijn.

Terwijl ik naar huis rij, denk ik terug aan het voorval en aan hoe mijn generatie vaak als een digitale helpdesk fungeert voor ouders en grootouders. Mijn broertje en ik in ieder geval wel. Zo repareert mijn broertje vastgelopen tablets en telefoons, heeft hij de computer van mijn ouders zo gebruiksvriendelijk mogelijk gemaakt én kan hij van een afstand bij ze inloggen wanneer er even snel ‘CTRL-ALT-DEL’ en ‘taak beëindigen’ moet worden gedaan. Ik ondersteun ze vooral met social media en online bestellingen, die ik inmiddels zelfs in mijn slaap zou kunnen doen.

De digitale wereld is voor onze generatie een stuk makkelijker dan voor onze ouders die inmiddels ver in de zeventig zijn. Maar we helpen ze graag, en het levert vaak grappige momenten op zoals wanneer mijn nichtje na een seconde of tien de verdwenen mail terugvond in mijn ooms mailbox.

Zullen onze kinderen ooit eenzelfde gevoel krijgen bij ons? Als ze ons met die hologram-telefoon gaan helpen die er in de nabije toekomst ongetwijfeld komt? Terwijl ik van baan wissel op de snelweg, wuif ik dat idee weg. Ervan uitgaande dat ik hierin wel meegroei.

Maar dan herinner ik me plotseling de ‘Snapchat-selfie’ en mis bijna de afslag…
Sinds kort heb ik Snapchat, niet voor actief gebruik -want nóg een social media platform zou niet bijdragen aan mijn mentale welzijn- maar om het beter te begrijpen aangezien Amber wel een account heeft en ik me wil verdiepen in haar belevingswereld. En om precies te weten hoe alles werkt, zodat ik weet waar ik moet kijken als ik even mee wil lezen. Hoe moeilijk kan het zijn.

Tot er telkens als ik in haar Snapchat keek, een soort automatische selfie van mijn hoofd werd gemaakt, waardoor Amber elke keer zag dat ik in haar Snapchat had geloerd. Hoewel ik transparant ben in mijn telefoon-controle (ja hállo, ze is tien), voelde ik me toch steeds betrapt (en waren de selfies nooit flatteus). Ik heb mijn uiterste best gedaan uit te zoeken hoe dit werkt, maar heb tot op de dag van vandaag werkelijk géén idee. En Amber wil het me niet zeggen, de boef. Een behoorlijk lesje nederigheid dat ik snel had willen vergeten.

‘Geef maar,’ hoor ik haar over een aantal jaar zeggen als mijn hologram-telefoon weer eens is vastgelopen.

Brainstorm

‘Wat dacht je van een zitzak?’ vraag ik. ‘Pfff weer zo’n onding,’ zucht Marcel.
‘Een Gabby’s Poppenhuis poppenhuis? Nee laat maar, dat is een sta-in-de-weg.’
‘Of anders een fototoestelletje voor op vakantie, zodat ze die andere niet steeds met Amber hoeft te delen?’ stel ik voor.
‘Mwah,’ zegt Marcel terwijl hij zijn schouders ophaalt.
‘Ja jezus, wat dán?’

Lees verder

Voetbaltoernooi

‘Wat ben ik blij dat ze niet op voetbal zit,’ zeg ik tegen Marcel terwijl we naar onze oudste kijken die enthousiast op haar geleende voetbalschoenen over het kunstgras rent. Marcel knikt waarna hij een ‘goed verdedigd, Amber!’ naar onze dochter roept. Het is leuk om naar mijn dochter te kijken, maar ik voel aan alles dat de bloedserieuze sfeer rond voetbal niet iets is waar mijn tienjarige flierefluiter per se gelukkig van zou worden. Lees verder

Woensdag

‘Mama, mag ik stukjes banaan in een bakje met rozijntjes en een vorkje?’ vraagt mijn kleuter vanachter haar tablet. Ik leg mijn telefoon weg en loop naar de keuken. Het is woensdagmiddag half drie en ik heb haar zojuist van een speelafspraakje opgehaald, waarna we een pakketje moesten halen in het winkelcentrum, waar de kleuter boos was om een unicorn-haarband die ik niet voor haar wilde kopen, wat ik uiteraard heb afgereageerd op de langzaam optrekkende automobilist voor me. Lees verder

Uitklokken

‘Mamaaaa?! Kom eens?!’ roept mijn kleuter voor de zoveelste keer vanuit haar slaapkamer.
‘Nee Nova, ga slapen, nu!’ roept mijn man terug, want die is er onderhand klaar mee.
‘Noof, wat is er?’ vraag ik licht geïrriteerd als ik bij haar bed sta.
‘Ik zoek Tijger,’ zegt ze over haar lievelingsknuffel van het moment. Als ik het dekbed optil blijkt Tijger gewoon onder de dekens te liggen. Maar aan haar gezichtje te zien wist ze dat zelf ook. ‘Sjonge jonge Noof, nu is het klaar hoor!’ roep ik als ik haar deur dicht trek en naar beneden loop. Lees verder

Oude doos

‘Oh die is leuk Amber,’ zeg ik als mijn tiener een trui met Nirvana-opdruk uit het rek pakt.
‘Die band vind ik heel cool,’ voeg ik eraan toe. Ik detecteer een kort schrik-moment op haar gezicht gevolgd door een seconde twijfel om de trui terug te hangen, maar ze doet het niet. Wat me meevalt, want een paar weken geleden had ze Smells Like Teen Spirit nog spottend ‘een liedje uit 1888’ genoemd, toen ik het in de auto harder zette.

Lees verder