Ik kijk naar Amber’s kamer die na de ochtendspits meer weg heeft van een plaats delict dan een gezellige meisjeskamer. Zuchtend raap ik alle op de grond gesmeten spullen van de grond en trek voor de zoveelste ochtend haar onderbroek uit haar pyjamabroek. Ik ben inmiddels op het punt beland om die pyjamabroek met onderbroek en al zo in de wasmachine te gooien. Waarbij ik geïnspireerd ben door een vriendin. Haar man had een keer zijn trui met shirt er nog in, in de wasmand gegooid. Toen heeft ze het hele zooitje in z’n geheel gewassen. ‘Het duurde superlang voordat het droog was, maar hij heeft het nooit meer gedaan,’ vertelde ze me grijnzend.
Opruimen
Geef een reactie