Ik kijk naar Amber’s kamer die na de ochtendspits meer weg heeft van een plaats delict dan een gezellige meisjeskamer. Zuchtend raap ik alle op de grond gesmeten spullen van de grond en trek voor de zoveelste ochtend haar onderbroek uit haar pyjamabroek. Ik ben inmiddels op het punt beland om die pyjamabroek met onderbroek en al zo in de wasmachine te gooien. Waarbij ik geïnspireerd ben door een vriendin. Haar man had een keer zijn trui met shirt er nog in, in de wasmand gegooid. Toen heeft ze het hele zooitje in z’n geheel gewassen. ‘Het duurde superlang voordat het droog was, maar hij heeft het nooit meer gedaan,’ vertelde ze me grijnzend.
Onze Amber zou hier zeker weten haar schouders bij ophalen, dus ik neem me zoals elke ochtend voor haar die avond weer eens te wijzen op het zelf opruimen van haar kleren. Al betwijfel ik hoeveel zin dit gaat hebben. Ze zal ‘jaahaa’ roepen en wij iets als ‘ja maar moeten wíj dat dan doen?’ waar zij dan weer met rollende ogen op zal reageren terwijl ze ‘weet ik veel!’ roept. Nu al geen zin in deze discussie. Maar om nou elke ochtend al die kleren achter de kont van mijn negenjarige op te ruimen? Nee bedankt, ik moet ook gewoon naar mijn werk.
De hele dag sluimert het beeld van die onderbroek in die pyjamabroek door mijn hoofd. Hier moet toch iets slims op te verzinnen zijn? Een of andere briljante opvoedhack? Zal ik anders een stickersysteem introduceren? Of haar juist als een commando uit Special Forces VIPS streng toespreken? Ik kom er niet uit.
‘Amber, je bent negen, ruim je kleren eens een keer op,’ zeg ik die avond terloops als ik haar uitgetrokken en in het rond gegooide kleren bij elkaar zoek.
‘Oké, als ik het niet vergeet,’ zegt ze onbewogen.
‘Dat zou fijn zijn,’ zeg ik, al denk ik dat de kans op een Elfstedentocht groter is.
De volgende ochtend, tijdens wederom een drukke ochtendspits, loop ik haar kamer binnen.
‘Wat ben je aan het doen?’ zeg ik als ik naar mijn dochter kijk die met een gezicht vol walging -als een prinses waarvan de hofdame onverwacht ontslag heeft genomen- haar onderbroek uit haar pyjamabroek trekt en het geheel in de was gooit.
‘Nou, opruimen.’
‘Superfijn!’ roep ik door mijn verbazing heen.
Het voelt alsof ik een vastgelopen computer uit en aan heb gezet waarna deze het weer is gaan doen, want ik heb werkelijk géén idee waar deze omslag in gedrag ineens vandaan komt. Maar ik klaag niet, want het heeft gewerkt!
#volgmijvoormeeropvoedtips.