‘Ik zal het niet meer doen,’ zeg ik tegen Amber als ze in bed ligt en terloops benoemt dat ze zich die ochtend in de klas schaamde toen ik haar kusjes en knuffels gaf bij het afscheid. Ik herken het schaamtegevoel en ga meteen akkoord, want ik weet het moment nog héél goed dat mijn vader me na het stappen ín de kroeg kwam ophalen in plaats van een paar straten verderop, en ik toen serieus een emigratie heb overwogen.
Nu is Amber geen zestien zoals ik toen was, maar ze heeft bij het betreden van groep 6 wel ineens pubertrekjes gekregen, compleet met ‘ik schaam me dood’-momenten. Hoewel mij dat naast de slappe lach veel ‘huh?’-momenten oplevert, vind ik het onderaan de streep veel minder erg dan ik van tevoren had verwacht. Want ik ben dól op haar bijdehante opmerkingen en bewonder hoe zelfstandig ze zich met haar vriendinnen door onze wijk en het winkelcentrum beweegt. ‘Sinds wanneer is ze zestien?’ heb ik me daarom meer dan eens hardop afgevraagd.
Dit jaar lijkt het alsof iemand op ‘snel vooruitspoelen’ heeft gedrukt. En niet alleen bij Amber. Zo is haar zusje in een paar maanden getransformeerd van een kinderdagverblijf-peuter tot een eigenwijze kleuter op de basisschool. Compleet met volzinnen, speelafspraakjes en zelfstandig wc-bezoek. Ze gaat goed op deze overgang en de stapjes richting de grotemensenwereld. Maar ik geniet nog even extra van de kusjes en knuffels die ik haar in de klas nog wél mag geven.
Hoewel ik deze nieuwe fase omarm, wordt er door Facebook op ongelukkige momenten een emmer melancholie in mijn gezicht gesmeten, door me herinneringen te tonen van jaren geleden. Op zwakke momenten heb ik er best een nier voor over om nog héél even aan die lieve bolle babywangen op de foto te snuffelen.
‘Is dat Amber?’ vraag ik aan Marcel als ik haar rond elf uur ineens hoor roepen.
‘Ik moet plassen,’ zegt ze slaperig wanneer ik naast haar bed sta. Verbaasd kijk ik haar aan, want ze heeft ons hier al jaren niet meer bij nodig.
Als ze uit haar bed klimt reikt ze haar armen naar me zoals ze als peuter ook altijd deed en vol overgave til ik mijn negenjarige meid naar de badkamer en ben blij met de armspieren die ik de afgelopen jaren met bootcampen heb gecreëerd. Als ze weer in bed ligt, geef ik haar dikke knuffels en kusjes en haar pubergedrag is ineens heel ver weg.
‘Omdat ik dat gezellig vond,’ zegt ze als ik haar ’s ochtends vraag waarom ze me ineens riep toen ze moest plassen. Op datzelfde moment trekt Nova zelf haar schoenen aan. Het ontroert me beide diep. Want mijn dochters zijn allebei allang geen peuters meer, maar voor altijd mijn baby’s.