‘Amber is haar turntas vergeten op school, ze was van plan deze op te halen voor ze naar turnen gaat. We hebben hier geen toestemming voor gegeven omdat het donker is buiten en er niemand met haar mee kan lopen. Dan weten jullie dat.’ Ik lees het berichtje van de BSO als ik om zes uur voor de deur van het kinderdagverblijf sta om mijn andere dochter op te halen.
Mijn oudste heeft op maandag aan het eind van de middag turnles in de zaal naast de BSO. We hebben daarom met de BSO afgesproken dat ze daar, samen met haar vriendinnetje Hanna zelf naartoe mag lopen. Elke maandagochtend duw ik dus de tas met turnkleren in haar handen die ze dan helemaal zelf niet mag vergeten. Een uitdaging.
Hoewel ik de strakke houding van de BSO waardeer vind ik dit nu toch sneu. Want hoewel ik altijd een grote waffel heb over leren van fouten zit er ook een heuse curlingmoeder in mij verborgen. Bij wie het nu knaagt dat er verderop een verdrietig meisje radslagen staat te doen in haar legging en hemdje, naast haar vriendinnen in mooie glimmende turnpakjes. Althans, als ze al mag meedoen zonder outfit, geen idee hoe streng die juffen zijn. Even twijfel ik om zelf naar school te rijden voor die tas, maar zie dat dit tijd-technisch volstrekt onhaalbaar is.
‘Misschien leert ze ervan,’ zegt Marcel als ik het hem thuis vertel.
Hij heeft natuurlijk gelijk, want die turntas is het niet het eerste wat die chaoot vergeet, maar toch vind ik het zielig. Ik zit nog te eten als ik haar thuis hoor komen nadat Marcel haar opgehaald heeft. Voorzichtig loop ik naar de deur, vastberaden om haar als een moeder gans tegen mijn borst te drukken. ‘Hé meissie,’ zeg ik zachtjes en kijk dan recht in het triomfantelijke gezicht van mijn achtjarige dochter die haar schoenen een voor een uittrapt én haar turntas in dezelfde richting smijt.
‘Hoe kom jij aan je turntas?’ vraag ik, verbaasd vanuit mijn tenen.
‘Ja die ben ik natuurlijk stiekem gaan halen toen we naar de turnles gingen, de school is gewoon nog open, en je denkt toch niet dat ik in mijn hemd en onderbroek ga turnen?’ zegt ze met een ja duh-gezicht en bijbehorend gebaar alsof ze met een hand een onzichtbaar dienblad in de lucht houdt. Ze zwiept vervolgens haar lange blonde staart van haar schouder en loopt met opgeheven hoofd in een soort coole slow motion naar de tafel waar Marcel wat pasta voor haar opschept.
Ik kijk haar na en weet niet of ik boos moet worden, want eigenlijk vind ik dit behoorlijk doortastend en oplossingsgericht. En grappig, dat ook.