‘We beginnen bij jou,’ wijst de cursusleider naar mij.
Ik zit in een sfeerloos vergaderzaaltje, met systeemplafond en vieze koffie, voor een cursus waar ik geen zin in heb. Op de powerpoint had ik de aankondiging van het voorstelrondje al gezien. Bah, wat een gedoe, had ik gedacht. Want wat ga ik nu weer zeggen?
‘Euhh..’ zeg ik stamelend, als een undercoveragent die haar cover nog niet goed onder controle heeft.
Ondertussen maken mijn gedachten een wereldreis, want ja, men noemt mij Michelle, maar zo heet ik officieel niet. Volgens goed Katholiek gebruik heb ik vier voornamen, maar Michelle is daar niet een van. En qua achternaam gebruik ik vaak die van Marcel, aangezien we dat in 2009 met een witte jurk en mooi pak officieel zo afgesproken hebben. Toch is die Jeucken ook niet helemaal verdwenen. Een aparte naam die ik soms nog gebruik, al dan niet in combinatie met dat Kevenaar. Het is een naam waar ik van ben gaan houden. Waarvan de stille c nogal eens voor verwarring heeft gezorgd. Zo moest Marcel bij de apotheek een keer medicijnen voor mij halen. Dus hij vroeg om ‘medicijnen voor Jeucken’. Waarop de apotheker zei, ‘Prima, wat is uw naam?’.
Een running gag binnen ons gezin.
Maar ga ik dit allemaal in dit voorstelrondje specificeren? Nee, dat slaat nergens op. En dan moet ik dat ook voor die woonplaats doen. Want ja, ik woon alweer jaren in Ede, maar ben geboren en getogen in Alphen aan den Rijn. Toch voel ik me ook geen échte Alphenaar, want mijn ouders zijn import. En niet eens van dezelfde bestemming. Mijn vader komt namelijk uit Limburg en mijn moeder uit Friesland. Al is zij geen echte Fries aangezien haar ouders uit Noord-Holland en Duitsland komen.
Dus wat ís mijn identiteit eigenlijk, en die van mijn kinderen? Met hun Rotterdamse vader en moeder met ondefinieerbare achtergrond? Pfff, je zou om minder een existentiële crisis krijgen, denk ik met veel te veel gevoel voor drama. Allemaal de schuld van die kut-cursus.
‘Ik ben Michelle,’ zeg ik voor het gemak ‘en ik kom, nee ik wóón in Ede’
‘Voornaam en functie is genoeg hoor,’ onderbreekt de cursusleider.
Godzijdank.