‘Hij gaat ons vermoorden in onze slaap,’ fluister ik als onze meiden een beker water omgooien.
‘Het is gewoon een rare joh,’ zegt Marcel die -privé althans- nooit ergens iets achter zoekt.
‘Nou je zal zien dat hij straks mijn duikspullen saboteert als we samen op die boot zitten, ik weet het zeker!’
‘Niet alles is een true crime documentaire op Netflix, Mies.’
Mijn gedachten gaan met me aan de haal sinds het moment dat de Franseman arriveerde in het kleine Indonesische duikresort waar wij al een paar dagen verblijven.
‘Hi! Are you also diving?’ had de overenthousiaste Engelse toerist tijdens het gezamenlijke diner aan hem gevraagd.
‘My name…is Pierre,’ had hij er na een lange pauze hakkelend uitgeperst.
Een vreemde reactie naar mijn smaak en dat ik hem die middag nog uitgebreid Engels had horen praten met de resortmanager, maakte deze ik-ben-Frans-en-wij-doen-niet-aan-andere-talen-act extra raar. En aangezien hij het best gezellig leek te hebben met die resortmanager leek me verlegenheid óók niet aan de orde. Aan zijn kwaaie kop te zien heeft hij gewoon geen zin in andere toeristen. En dan zit ie opgescheept met een zooi blije vakantiegangers waaronder wij én onze luidruchtige kinderen. Je zou om minder een moord plegen.
Wat volgt zijn ongemakkelijke diners met zwijgende Pierre, waarbij hij doet alsof de rest van de mensen lucht zijn, hele vieze lucht welteverstaan. Het lijkt alsof hij het niet leuk vindt om hier te zijn, wat best raar is aangezien ik van de duikgids heb begrepen dat dit zijn zoveelste keer is op deze bijzondere plek. Dus kennelijk is er wel een passie, maar wil hij deze gewoon niet delen. In ieder geval niet met al die sukkels van toeristen.
Het valt me op een zeker moment op dat hij dezelfde duistere blik in zijn ogen heeft als de mensen op de mugshots getoond in eerder genoemde Netflix documentaires, wat de enge vibe van Pierre vergroot. Dat hij daarnaast ook nog eens op twee verschillende slippers loopt, maakt dat ik inmiddels zeker weet dat er ledematen in zijn tuin in Frankrijk begraven liggen. Door deze ietwat hysterische gedachten baal ik dat ons idyllische huisje op het strand geen slot heeft. Wat Marcel natuurlijk weer extreem dramatisch vindt.
Als de andere gasten hun reis vervolgen, zitten wij met hem opgescheept en het maakt het ongemakkelijkheidsniveau des te groter als wij alleen met hem moeten eten. Marcel heeft daar geen last van en hanteert zijn ‘dan niet joh’-mentaliteit. Ik daarentegen word er heel zenuwachtig van waardoor ik me veel te hyper gedraag en de meiden corrigeer als ze ook maar een rijstkorrel morsen.
De volgende ochtend is het mijn beurt om te duiken, als Marcel bij de meiden blijft. En zo zit ik zwijgend met Pierre aan het ontbijt. Voor een people pleaser als ik een extreem ongemakkelijke en doodvermoeiende ervaring. Als we vervolgens op de boot zitten en onze duikpakken aantrekken, vallen me zijn verschillende tatoeages van vissen op. Deze uiting van die duikpassie voelt gek genoeg als een opluchting en het maakt ergens wel iets goed. Tot hij zich omdraait en ik recht naar zijn enorme tatoeage van Magere Hein op zijn bovenarm kijk. Ik ben in shock, maar kan tegelijkertijd niet wachten om straks mijn gelijk te halen bij Marcel.