‘Waarom maken wij altijd dit soort dingen mee?’ roept Amber ietwat wanhopig.
‘Omdat we voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten,’ reageer ik zo neutraal mogelijk en negeer de vragende blik van mijn dochter bij wie deze uitdrukking duidelijk nog niet aan bod is gekomen in de lesstof.
Tegelijkertijd probeer ik mijn trillende handen te verbergen voor mijn dochters, die samen met mij toekijken hoe Marcel achterwaarts met onze enorme 4×4 tevergeefs het smalle en vooral steile heuveltje probeert op te rijden. Ondersteund door duwende lieve Oegandezen die binnen no time door de campingbaas waren opgetrommeld. Bij elke poging blazen er dikke zwarte wolken uit de uitlaat en vanaf de plaats waar ik sta lijkt het alsof de auto elk moment kan omkiepen. Naast het heuveltje is misschien geen ravijn, maar genoeg afgrond om de auto een paar keer om zijn as te laten tollen, precies aan de kant waar Marcel aan het stuur zit, en dan ook nog bovenop die Oegandezen. Ik ben dus in dubio of ik Amber en Nova even op de tablet moet zetten.
Gelijktijdig vervloek ik onze poging tot zuinigheid waardoor wij nu opgescheept zitten met een auto uit het jaar kruik. We hadden voor de goedkoopste huurauto gekozen, want een reis met z’n vieren naar Oeganda was al duur zat. Het stemmetje dat heel zachtjes ‘goedkoop is duurkoop’ naar me fluisterde hoorde ik niet door ons enthousiaste ‘whoohoo we gaan naar Oeganda!’. Maar die stem schreeuwde hard in mijn oor toen we de auto in ontvangst namen. Nu weet ik best dat je in een land waar ze net aan geld hebben voor een gare motor niet teveel kan verwachten van een huurauto, maar zoals altijd hadden we er weer eens te makkelijk over gedacht.
Toen we de auto -een Toyota Landcruiser uit 2006 met ruim 2,5 ton op teller- in ontvangst namen viel mij de zwarte tape aan de buitenspiegels al op. Toen kreeg ik al een beetje argwaan, maar perste er tóch een ‘wow nice,’ tegen de enthousiaste jongen van het verhuurbedrijf uit, want die kon er tenslotte ook niets aan doen.
Later merkten we dat diezelfde spiegels steeds van stand veranderden naarmate we harder reden. Niet dat dat heel hard was, want de maximum snelheid van de auto was 80 km/h, bergaf. De spiegels moesten we dus tijdens het rijden steeds weer op de juiste positie zetten, maar het raam was alleen te bedienen -en mensen onder de dertig weten waarschijnlijk niet waarover ik het heb- met zo’n hendeltje. Deze was aan de bestuurderskant zó stroef dat Marcel er nog steeds door is geblesseerd.
Het overige interieur was beschadigd of niet aanwezig. Mijn gordel kon ik bijvoorbeeld los krijgen door er een harde ruk aan te geven en op de achterbank was er maar één gordel aanwezig terwijl we twee dochters vervoerden.
Verder beschikte de auto niet over een airconditioning, waardoor de temperatuur in de auto snel opliep. Wanneer we dan maar die gare blower aanzetten blies er steevast een wolk stof in je gezicht. Alle ramen en deuren waren verder krakkemikkig en het raam waar Amber zat, sloot niet fatsoenlijk, waardoor het water tijdens een regenbui naar binnen gutste.
Lang verhaal kort; als je in Nederland met deze auto naar de APK rijdt, zullen ze je hard uitlachen.
Toch hadden we een leuke vakantie in dit prachtige land en leerden de charme van die roestbak inzien, want zoals ik al zei: wij denken al snel veel te makkelijk over dingen.
Tot ik hier dus sta te kijken naar een bijna-ongeluk, en ik me een beetje schaam voor al onze halfbakken keuzes. Ik reageer dus euforisch als de auto na honderdzesentachtig pogingen uit het hellinkje omhoog schiet. Dat die lieve Oegandezen een beetje moeten lachen om die hysterisch klappende moeder uit Nederland doet me niets, want ik ben allang blij dat we onze weg kunnen vervolgen en niet hebben hoeven ontdekken of een Oegandese ambulance net zo krakkemikkig is als onze huurauto.
Onze verdere reis is -op wat kleine problemen met de auto na- top en het ‘whoohoo we zijn in Oeganda!’-gevoel camoufleert het gevoel wat we hadden tijdens het omhoogrij-debacle.
Dus zullen we in de toekomst weer in de goedkope val trappen?
Waarschijnlijk wel.