Tranen

‘Nou, wat vond je ervan?’ vraagt Marcel wanneer we terug naar huis lopen.

‘Wat vond jíj ervan?’ kaats ik terug.

‘Ja fantastisch’ zegt hij meteen.

Daar was ik al bang voor, hij vindt het ook.

Even daarvoor waren we in een huis met een tuin groot genoeg om een klein parkje te creëren waarin we eindeloze zomers wijntjes kunnen drinken tussen onze zelfgekweekte groenten, kruiden en bloemen. Het huis is groot, licht en helemaal af, dus klussen wordt godzijdank tot een minimum beperkt. Dit alles mooi gelegen en op loopafstand van ons huidige huis. Amber hoeft niet eens van school of afscheid te nemen van vriendinnen. Perfect dus. De makelaar geeft ons een week om te beslissen én te bieden.

‘We hebben het er thuis wel over,’ zeg ik.

‘Dat is goed,’ en hij pakt mijn hand.

Thuis aangekomen pak ik met trillende handen de koffie die Marcel voor me heeft gemaakt.

‘Ik vind het zo erg om hier weg te gaan,’ is het enige wat ik snikkend kan uitbrengen.

Want hoe graag we dat nieuwe huis ook willen, het idee dat ik de deur van ons huidige huis op een gegeven moment dicht moet trekken om er nooit meer terug te keren maakt me misselijk. Het doet pijn en voelt als uitmaken met een lieve onwetende partij. Want ach, ons lieve huis. Ons allereerste koophuis waar we langer dan gedacht gewoond hebben en wat ons inmiddels past als een jas. Met z’n kleine onvolkomenheden die we door de vingers zien. Waar zoveel belangrijke herinneringen liggen. Waar ik ten huwelijk ben gevraagd. Waar we kinderen hebben gekregen en Nova zelfs echt in geboren is. Waar we met elkaar hebben gelachen en hebben gehuild om het verlies van mijn broer. Het gezellige huis waar onze meiden zich zo comfortabel en veilig voelen en wat een zoete inval is voor de lieve vriendinnen van Amber.

Even later zit ik met natte wangen in de auto naar mijn werk. Het verdrietige gevoel gaat met golfbewegingen door de dag. Een gevoel dat ik niet anders kan omschrijven als die oh zo herkenbare kraamtranen, die als zware melancholische dekens op de meest ongelukkige momenten over me heen werden gegooid.

Zo rond maandag verdwijnen de tranen naar de achtergrond en voert het enthousiasme voor dat nieuwe huis de boventoon. Mijn hardlooprondjes plan ik zo dat ik steeds even een glimp ervan kan opvangen. En als ik op woensdag ineens bedenk dat dat ene boompje in de voortuin er heel leuk uit zou zien met kerstlampjes, geeft me dat het laatste zetje om definitief een bod te doen.

Op donderdag, een dag voor de deadline, doen we een bod waarmee ik voor mijn gevoel in het diepe spring. Een sprong die, door het definitieve karakter, de tranen weer doen aanzwellen. Toch weet ik dat de emotie het nu niet moet winnen van de ratio, want zoals een vriendin zei: verandering is goed. Tot die tijd probeer ik alle tranen er maar uit te gooien, want net als toen in mijn kraamperiode, gaat dit gevoel vast ook voorbij. Ik hoop in ieder geval zo rond februari. Dan gaan we namelijk verhuizen, want ons bod is geaccepteerd. Ik ben blij en kijk uit naar onze zomers in de tuin, maar ik ga ook nog even heel hard huilen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *