Amber kijkt me vragend aan, terwijl ze met haar telefoon zwaait.
‘Is goed schat, ga maar even iets kijken,’ zeg ik.
Normaal gesproken probeer ik de schermtijd te beperken, maar na vier dagen quarantaine en politieagent spelen tijdens het thuisonderwijs heb ik helemaal geen zin om hier een gevecht over aan te gaan. Het is net alsof we terug in de tijd zijn. In de eerste lockdown liep ik ook de hele dag lamlendig, zonder make up in veel te comfortabele kleren door het huis. Ik ga op de bank zitten en kijk naar de troep die onze twee meiden, okee wij alle vier, hebben gemaakt. Terwijl ik me afvraag of het raar is om op dinsdagmiddag een fles wijn open te trekken denk ik aan de plannen die ik had toen deze quarantaine zich aandiende. Ik zou volle bak gaan Pinteresten voor ons nieuwe huis, Sint-aankopen doen en aan het fotoboek werken. Alleen de online Sint-aankopen zijn gelukt, in de rest heb ik geen reet zin. Ik ben blij dat het de Sinterklaas-periode is, want met twee believers in huis geeft dat in ieder geval elke avond iets leuks om naar uit te kijken.
‘Tellig,’ zegt Nova terwijl ze haar lieve peuterlijfje tegen me aanvlijt.
‘Ja heel gezellig,’ antwoord ik, blij dat ze van mijn overpeinzingen niets door heeft.
Ik doe een uitgebreide knuffelsessie waar ik iets van opknap.
‘Ik ruik de pindakaas een klein beetje!’ roept Marcel, die zijn enige symptoom met uiterste precisie in de gaten houdt, ineens vanuit de keuken.
‘Yes!’ roep ik hoopvol en zie het als een licht aan het eind van de tunnel. Het testen van de meisjes en mij is nu nog slechts een formaliteit en we maken plannen om te gaan lunchen wanneer onze quarantaine erop zit.
Die avond geniet ik extra van het Sinterklaasjournaal. Ik lach me zoals gewoonlijk kapot om de verborgen volwassen grapjes en de paralellen met de situatie in de wereld. Voor het naar bed gaan maken de zusjes een bedje voor de baby Piet, zetten hun schoentjes en zingen een liedje. Het is van een nostalgische gezelligheid om die twee verwachtingsvolle meisjes in hun pyjamaatje daar bij die houtkachel te zien zitten, die mij in elke vezel blij maakt dat ik het meemaken mag. Ik lach naar het tafereeltje en denk ondertussen aan Sinterklaasavond, wanneer er op de deur gebonsd zal worden en er een paar grote jute zakken met cadeautjes voor de deur gezet zullen worden. Wat zullen ze dat geweldig vinden.
‘De uitslag van de tests zijn binnen,’ zeg ik tegen Marcel wanneer we ’s avonds op de bank een serie willen kijken. Routinematig voer ik de gegevens in, aangezien ik al weet wat de uitslag zal zijn.
Het dikgedrukte ‘positief’ bij de test van Amber voelt als een onverwachte stomp in mijn maag en de krachttermen zijn niet van de lucht. De donkere wolk boven Sinterklaasavond is bijna tastbaar.
De andere dag vertellen we het onze grote meid. ‘Maar Sinterklaas komt op school, kan ik daar dan wel bij zijn?’ is het eerste wat ze met grote ogen vraagt.
‘Ik weet het niet lieverd,’ zeg ik met ingehouden tranen.
‘En Sinterklaasavond?’
‘Ook niet.’
Dan begint het vasthouden aan elke strohalm die ons voorgehouden wordt. Volgens de aardige meneer van de GGD zou onze quarantaine nét voor Sinterklaas opgeheven kunnen worden mits klachtenvrij en zonder besmette huisgenoten. Nu maar hopen dat Nova en ik negatief blijven.
En godzijdank dat zijn we, dus we mogen uit quarantaine. Wát een cadeau. Dank u Sinterklaasje!