‘Ik ga gewoon, het komt wel goed,’ zeg ik terwijl ik opgekruld op de badkamervloer lig.
‘Doe niet zo achterlijk, je bent ziek!’
Wil jij de meiden wegbrengen? vraag ik, en probeer Marcel zijn opmerking te ontwijken.
‘Ja tuurlijk, maar je moet je gewoon ziek melden joh.’
‘Neehee, ik ben nu al opgemaakt.’
‘Dat slaat natuurlijk nergens op.’
‘Ga nou maar, anders komen ze te laat.’
Wat háát ik dit gevoel. Ik wíl helemaal niet ziek zijn, ik wil me fit voelen en meedoen aan het leven. En ik heb dit nog aan mezelf te danken ook want ik heb de laatste tijd te weinig geslapen, te slecht gegeten en me vooral teveel uitgesloofd op die obstacle run gister. Oh, en dat wijntje moet ik ook gewoon niet meer doen op mijn 42ste. Sukkel die ik ben.
Ik doe nog een aankleedpoging en overweeg voedingsmiddelen te googelen die ik snel naar binnen kan gooien voor een energieboost, al doet elke gedachte aan eten me weer overgeven. En het idee dat ik straks eerst een half uur die auto moet besturen geeft me lichte paniek. Wat ben ik in godsnaam aan het doen?
‘Haha, daar gaat je stappendoel,’ lacht mijn leidinggevende, heel bewust van mijn 10.000 stappen-per-dag-obsessie, wanneer ik me na veel te veel sorry’s ziek meld. Fuck, nog helemaal niet aan gedacht!
Als ik ophang bedenk ik hoe ik deze in mijn ogen verloren dag tóch nuttig kan maken. Zal ik de was – aka The Neverending Story – wegwerken, de kledingkasten van de meiden uitmesten of aan het fotoboek werken? En hoe ga ik mijn stappendoel hierin verwerken? Nou ja, schouders eronder en niet zeiken. Maar eerst even mijn ogen dicht.
Ik word wakker en schrik dat het uren verder is. Vol schuldgevoel pak ik mijn telefoon en lees een berichtje van de BSO dat Amber zich niet lekker voelt. Godzijdank heeft Marcel het bericht ook ontvangen en is hij al onderweg. En een half uur later kruipt er een zielig kuikentje bij me in bed.
‘Wil je een kopje thee voor me maken?’ vraag ik aan Marcel die onze door Amber ondergekotste slaapkamer schoonmaakt. ‘Zeker,’ zegt hij en ik voel me schuldig over alle onaardige dingen die ik in mijn leven tegen hem gezegd heb, helemaal als hij ook nog een appeltje met kaneel voor me prepareert.
Die avond voel ik me iets beter maar heb ik een miezerige 2000 stappen gezet en zijn de kasten van de meiden, het fotoboek én de was onaangeroerd. Als een echt mens die allerlei dagelijkse doelen niet bereikt. Maar de wereld is niet vergaan en mensen vinden me nog steeds leuk.
En tóch geef ik mezelf morgen weer die schop onder mijn kont. Omdat… ja waarom eigenlijk?