Mijn bloeddruk stijgt als ik naar het draaiende rondje op mijn telefoon kijk. Ik heb zojuist voor de zoveelste keer het wifi-wachtwoord ingevoerd dat ik op een A4tje bij de receptie van de campsite zag staan, maar het signaal is te zwak om ook maar een appje te kunnen lezen. Op een zeker moment zie ik bij de wifi zelfs de tekst ‘verbonden zonder internet’, wat kennelijk Afrikaans voor ‘geen internet’ is.
‘Verdomme het lukt niet!’ roep ik naar Marcel die de daktenten van onze 4×4 aan het openklappen is.
‘Tsja, dat heb je in Afrika.’
Op vakantie stuur ik elke paar dagen een levensteken naar onze ouders begeleid met leuke kiekjes van hun kleindochters. Dat was ook nu mijn plan, naast een rondje Instagram natuurlijk, want ik ben ook maar een mens.
‘Vet irritant!’ zeg ik verhit met name doelend op zijn opmerking.
‘Heb je ‘m al eens uit- en aangezet?’
‘Ja natuurlijk, ik ben niet debiel.’
Traag internet haalt het slechtste in me naar boven. Ik vind het prima als het er niet is, maar áls het er is dan moet het ook werken is mijn verwende Westerse gedachte. Mijn geduld wordt hier in Namibië dus aardig op de proef gesteld, want wifi is hier bijna nooit, en áls het er is dan is er iets mee.
‘De mijne doet ook niets’ zegt Marcel die naast me is komen zitten en hier luchtiger over denkt dan ik.
‘Ik wil gewoon wat foto’s naar de opa’s en oma’s sturen,’ zeg ik veel te dramatisch.
‘Ja joh dat snap ik, maar als het niet werkt, dan is dat zo.’
‘Jij vindt ook nooit iets stom!’ roep ik terwijl ik driftig op mijn schermpje tik.
‘Ik vond je veel relaxter toen we de afgelopen dagen geen wifi hadden,’ is zijn observatie.
Hoewel ik het niet direct toe zal geven heeft hij natuurlijk wel een punt, want alhoewel zo’n ding echt handig is, is de aantrekkingskracht van dat stomme apparaatje ook belachelijk. Ik besluit mezelf gewonnen te geven en de grootouders een ouderwets sms-bericht te sturen.
Bovenstaand tafereel herhaalt zich tijdens de vakantie nog een keer of zes, en met mini-uitschieters van acceptabel internet weet ik nog een aantal foto’s te versturen en zelfs story’s te plaatsen. Maar meer dan dat zit er niet in. Dus ik geef me over en geniet van een internet-loos leven en de mooie dingen van deze vakantie. Ik kom zowaar tot rust en ben een keer in het moment en heerlijk verbonden met mijn gezin. ‘Ik ga thuis echt minder op mijn telefoon,’ zeg ik tegen Marcel als we met een wijntje naar een mooie Afrikaanse zonsondergang kijken.
Drie weken later landen we op Schiphol. Al snel stromen de appjes en meldingen binnen. Het voelt alsof ik in mijn eentje tegenover een vijftig-koppig trefbalteam sta die tegelijktijdig een bal naar me gooien. Hoewel dat eigenlijk heel naar voelt heeft mijn gretigheid de overhand en internet ik me binnen no time weer helemaal suf.
‘Je zou toch minder op je telefoon gaan?’ vraagt Marcel een paar dagen later als ik me weer aan het opwinden ben over iets wat ik in de krochten van het internet gelezen heb.
‘Jaahaa, dat bepaal ik zelf wel!’
Kennelijk haalt snel internet ook het slechtste in me naar boven…