Nachtje weg

‘Maar het is toch leuk? Ga er gewoon van genieten,’ zegt Marcel als we ’s avonds op de bank zitten. Ik heb net mijn tas ingepakt om een nachtje weg te gaan met een vriendin. Heerlijk in een hotel en daar eindeloos praten, eten, drinken én schrijven, want dat is onze gezamenlijke hobby. Maar ook even verstoken zijn van gemama, op de grond vallend bestek en stemverheffingen. Het was een fantastisch idee waar we voor mijn gevoel al járen over spraken. Eeuwen deden we dan ook over het tot stand komen van deze trip, aangezien we beiden druk zijn met werk en gezin.

Maar ergens was er ook iets anders wat het uitstellen bij mij veroorzaakte. Iets ongrijpbaars, een sluimerend schuldgevoel. Want zo’n weekend is geweldig, maar voelt ook wel als een luxe die ik me ergens niet mag permitteren. Maar van wie eigenlijk? En waarom in godsnaam? Niet van Marcel in ieder geval, hij gunt het me van harte. En het is ook weer niet dat het bij ons thuis in de soep loopt als ik er niet met mijn neus bovenop sta. Ik kan met goed vertrouwen de deur achter me dichttrekken en zeker weten dat de meisjes goed verzorgd worden. Ik hoef geen briefjes achter te laten met waar de haarbanden van Nova liggen of hoe de vriendinnetjes van Amber ook alweer heten. Dus waar is dat verrekte schuldgevoel dan op gebaseerd? Op een onzichtbare navelstreng? Ik weet het allemaal niet. Wat ik wel weet is dat ik ze zo vreselijk ga missen.

De ochtend van vertrek sta ik veel te lang te drentelen waardoor ik veel later vertrek dan ik van tevoren had bedacht. Iets wat ik met een ‘Ben iets later! Zin in het weekend!’ via een appje verbloem aan mijn vriendin. Vervolgens ben ik zo onredelijk wiebelig dat ik ook nog mijn beker thee omgooi.
‘Ga nou maar, ik ruim het wel op,’ zegt Marcel als hij een doek pakt om de grond droog te maken.
Ik knik en loop naar mijn meisjes die op de bank begraven zitten in hun scherm.
‘Nou meiden, ik ga,’ zeg ik zo opgewekt mogelijk, maar van binnen voelt het alsof ik voor onbepaalde tijd word uitgezonden naar een oorlogsgebied.
De meiden denken hier zo te zien anders over, want ze reageren alsof ik even naar de supermarkt ga om een brood te kopen. Ik leg me neer bij de onverschilligheid en bedenk me dat het maar beter is dat er nu geen tranentrekkend Hello Goodbye-tafereel plaatsvindt en de navelstreng dus alleen aan mij vastzit.

‘Stuur je me foto’s?’ vraag ik iets te dwingend aan Marcel.
‘Ja ja, alles komt goed,’ zegt hij en drijft me subtiel richting voordeur. Met een zucht loop ik naar buiten.
‘Doei meiden!’ roep ik nog even over mijn schouder.
‘Doei mama, doei lieve mama!’ hoor ik Nova onverwacht vanuit de woonkamer roepen.
‘D.. Doei meissie,’ stamel ik terug.
Hoi schuldgevoel.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *