‘Sorry hoor,’ zegt Marcel licht geërgerd na mijn onredelijke uitval. Op zijn simpele vraag om hem te helpen met het inklappen van de tent had ik heftiger gereageerd dan nodig want ik hoorde even iets teveel geluiden door elkaar. Er werd niet alleen door Marcel tegen me gepraat, maar er zeurde ook een negenjarige voor de zesentachtigste keer die dag om snoep terwijl haar vijfjarige zusje een langdradig betoog hield – met alle haperingen en herhalingen die voor een kleuter zo kenmerkend zijn – over een tekenfilm die ze had gezien. Zelf probeerde ik een appje te lezen, scheen de zon heel fel en ging die muggenbult ineens ontzettend jeuken. Kortsluiting als gevolg.
We zijn al een paar weken aan het rondrijden en kamperen door Oeganda en steeds behoorlijk op elkaar aangewezen. Hoewel ik het heerlijk vind om met mijn drie liefste mensen op avontuur te zijn, wil ik soms héél even dat NIEMAND tegen me praat. Ik doe soms verwoede pogingen een boek te lezen, maar word na elke zin onderbroken door een ‘mama?’ of een ‘Mies?’ gevolgd door een vraag. En na de tiende keer val ik dus uit. Als een viswijf. En ben ik het tegenovergestelde van die serene instamoeders die je tegenwoordig ook wel ziet. Je weet wel, de ‘trad wives’ die glimlachend in zwierige jurken met engelengeduld eindeloos spelletjes doen met hun instaperfect kinderen.
Maar goed, ik ben een echt mens en wil soms gewoon even alleen zijn met mijn gedachten, al is het maar een kwartier. Maar bevangen door schuldgevoel durf ik dat niet te pakken, waardoor de opgebouwde frustratie er ineens uit knalt en dat is een hoop gezeik.
‘Mies, ga gewoon een half uur of een uur iets voor jezelf doen, ik ga wel naar het zwembad met die meiden,’ zegt Marcel na mijn klaagzang over het feit dat ik oordoppen mee had moeten nemen.
Dus ineens zit ik, met een boek en iets te drinken, daar waar niemand me kan zien, en waar -belangrijk- niemand me iets kan vragen. Na precies 32 minuten ben ik weer opgeladen en klaar om met Nova te kleuren, een potje Uno met Amber te spelen of met z’n vieren beestjes te kijken in deze mooie Afrikaanse omgeving. Ik voel me als herboren.
‘Als jij ook een keer alleen wil zijn, dan moet je het zeggen hoor,’ vraag ik Marcel als we ’s avonds met een biertje bij de tent zitten.
‘Nee joh het is goed,’ zegt hij afwijkend.
‘Huh? Nee zeg nou, want als jij even wil lezen ofzo dan is dat echt goed,’ dwing ik.
‘Nee, hoeft niet.’
‘Zeg nou wat je wil!’
‘Nou euh…geen gezeik.’