‘Die wil ik!’ roept ze wijzend naar de meest lange puntige, met gouden bliksemschichten gedecoreerde, nepnagels uit het schap.
‘Weet je het zeker, die zijn écht heel lang. Daar kun je niet eens mee schrijven, laat staan naar de wc,’ verdedig ik deze aanstaande miskoop.
‘Kan wél hoor,’ zegt ze met de onwrikbare vastberadenheid die ik van haar ken.
Bij de kassa vraag ik me vervolgens af waar ik me nu toch weer in heb laten lullen.
Amber wilde graag nepnagels. Want ‘alle meisjes in de klas hebben nepnagels!’
‘Oh ja? Allemaal?’ had ik geantwoord op dit ongeloofwaardige statement.
‘Nou vier als ik ze ook heb,’ was haar reactie.
Ik had gezegd dat ik er even over na moest denken, want nepnagels en meisjes uit groep vijf vond ik maar een vreemde combinatie. Maar Amber is een volhouder, dus de gesprekken gingen over niets anders dan die ellendige nagels. Ook liet ze me ‘nepnagels Action’ in Google afbeeldingen invoeren waarna er plaatjes verschenen van volwassen handen met meterslange nepnagels. Verrukt had ze ze bekeken en favorieten aangewezen.
Wanneer gaan we ze halen mama?’ vroeg ze zo’n tien keer per dag.
Uiteindelijk gaf ik toe, want ik redeneerde dat ze vast snel klaar zou zijn met het ongemak dat die dingen ongetwijfeld op zouden leveren.
En zo sta ik op een random woensdagmiddag in die Action nepnagels af te rekenen voor mijn achtjarige dochter die in haar hoofd toch echt een coole meid van zestien is.
Thuis help ik haar die bloed-ordinaire gevaartes te bevestigen, en voel me even zo’n vreselijke pageant-mom uit Toddlers & Tiaras. Alleen de nepwimpers en spraytan ontbreken nog. De nagels zijn veel te groot voor haar kleine meisjes-vingertjes en creëren een soort raar contrast waar ik niet per se blij van word.
Stralend houdt ze haar beplakte handen in de lucht, en omdat ik haar trotse bubbel niet wil barsten werp ik haar maar een geforceerde grijns toe.
‘Ben je er blij mee?’ is mijn volstrekt overbodige vraag als ze het totaalplaatje in de spiegel bewondert.
‘Geen gezicht!’ roept Marcel als hij de handen van zijn dochter ziet.
‘Ssshht! Laat haar toch,’ bijt ik hem toe.
‘En hoe ging het met je nagels?’ vraag ik de andere dag na school, terwijl ik in mijn hoofd al klaar zit met aceton om ze eraf te weken.
‘Goed! Schrijven lukte makkelijk, en naar de wc gaan ook. Er vielen er een paar af, maar die moet je zo weer opplakken voor morgen,’ vertelt ze opgewekt.
Ik hoop vurig dat ‘alle meisjes in de klas’ niet achter het bestaan van nepwimpers komen.
Leuk maar nepnagels zijn gewoon Leuk