Driftig tik ik op de naam van mijn man op het schermpje van mijn auto en wacht ongeduldig tot hij opneemt. ‘Mars! ik sta in een file from hell, en de navigatie geeft aan dat ik kwart voor zes thuis ben, maar ik moet dus tien voor zes weg, dus als ik zo thuiskom moet ik meteen weer weg, wil je Amber haar hesje aandoen en haar rugtas vullen zodat we meteen wegkunnen?! Oh en ik heb geen tijd om te eten, dus wil je een boterham voor me smeren, dan eet ik die wel in de auto!’ ratel ik voordat hij ook maar een ‘hoi Mies’ kan uitbrengen. Ik ben weer eens veel te laat van kantoor vertrokken waardoor het straks billenknijpen wordt om op tijd bij de tweede avond van de Avondvierdaagse te kunnen zijn. De hele weg naar huis zit ik dus met grote ogen en zweethanden om het stuur de rest van het verkeer weg te kijken.
Om tien voor zes kom ik thuis waar ik Amber in haar schoolhesje, met schoenen aan en haar rugtas vol snoep in haar hand bij de deur aantref. ‘Ik breng jullie wel, dan hoef je niet te parkeren en dat scheelt tijd,’ klinkt het vanuit de keuken ‘en doe jij Nova haar schoenen aan, dan pak ik iets te eten voor je,’ roept hij erachteraan.
‘Kom Nova, schoenen aan, papa en jij gaan mama en Amber wegbrengen,’ haast ik richting onze kleuter. ‘Nee! Papa moet het doen!’ roept ze vurig. Oh shit, ik heb nu weinig tijd voor die papa-fase. Een fase waar ze nu middenin zit en die een obstakel vormt tijdens stressvolle momenten zoals het huis verlaten. Papa moet haar aankleden, papa moet haar haren kamen, papa moet haar jas aantrekken. En mama? Mama moet vooral meebuigen en incasseren. Dus ik sta wanneer Marcel er niet is haren te kammen alsof ik een op hol geslagen shetlandpony in bedwang moet houden. En ondanks dat ik heus wel knuffels van haar krijg, is ze goudeerlijk over haar voorkeur. ‘Ik vind jou een paar lief, en papa heel lief,’ zei ze laatst. Au. Ach ja, ik weet best dat het normaal is dat ik even voor spek en bonen mee mag doen. Papa is gewoon haar held. Maar toch…
Hoe ik het voor elkaar gekregen heb weet ik nog steeds niet, maar Nova haar schoentjes zijn aan. En met het hele gezin stappen we in de auto. ‘Hier, je eten,’ zegt Marcel terwijl hij me een bord met een warme wrap met kaas, spinazie én mijn favoriete pittige saus overhandigt. Ik weet niet wat ik zie, want ik was op dit moment al blij geweest met een oudbakken boterham met pindakaas. Terwijl we -hartstikke op schema- naar de avondvierdaagse rijden geniet ik met mijn ogen dicht en een dankbaar hart van dit heerlijke avondeten en realiseer me even hoe ontzettend ik bof.
Ja ik snap Nova wel, hij is ook mijn held. Maar dat is géén fase.